In het kort
Het Diakonessenhuis heeft ruim 12 jaar een klinische geriatrieafdeling met 25 bedden. Bij een grondige verbouwing in 2018 is, in samenwerking met een architect, een reactiverende geriatieafdeling ontworpen. Daarbij is TNO aangehaakt om de wetenschappelijke effecten van zo’n reactiverende afdeling te onderzoeken. Het doel is vooral te onderzoeken of inrichting van een ziekenhuisafdeling kan ondersteunen bij het voorkomen van achteruitgang en complicaties bij een ziekenhuisopname. Dat geldt vooral voor ouderen in een ziekenhuis omdat zij als eerste zelfstandigheid verliezen, maar dit is natuurlijk voor iedere patiënt binnen en buiten het ziekenhuis belangrijk!
Vormgeving
Op drie niveaus zijn aanpassingen gerealiseerd:
- ‘Van bed naar kamer’; door aanpassingen in de kamer te doen, zorg je ervoor dat de patiënt zijn bed wil verlaten en actiever is.
- ‘Van kamer naar gang’; door nissen in de gang te creëren waar van alles te doen en te beleven is, nodigt het meer uit om op de gang te verblijven.
- ‘Van gang naar afdeling’; door meer en gevarieerdere gezamenlijke ruimtes te realiseren, hebben de patiënten meer mogelijkheden om te bewegen of juist te relaxen.
In de praktijk
Met ruimtes en belevenissen-hoekjes, wordt gedefinieerd wat waar gebeurt. Zo is er een beweegmuur, maar ook een muziekhoek, een hoek om je terug te trekken en een film te kijken. Ook is er een koffiekamer waar men gezamenlijk kan eten en waar altijd iemand is, activiteitenbegeleiding, een gastvrouw en een overdekt terras.
Om de patiënt maar zoveel mogelijk in beweging te krijgen, is bijvoorbeeld de televisie van het plafond gehaald. De gangen zijn leeg waardoor men wordt uitgenodigd om een stukje te wandelen. De trigger om te reactiveren zit eigenlijk in alledaagse handelingen.
De patiënt wordt door een dagindeling met aandacht voor afwisselen tussen rust en activiteiten en door het ontwerp van de afdeling gestimuleerd tot activering van geest en lichaam.
Werkwijze team
Het hele handelen van het team is ook gericht op het reactiveren. De verpleegkundigen gebruiken de kunst van het verleiden en volgen de patiënt in hun dagelijks handelen. In plaats van andersom, dat de patiënt de verpleegkundige volgt. Het verpleegkundig proces is echt gericht op reactiveren en minder op efficiëntie. Het stimuleren en voorkomen van achteruitgang is de basis van deze visie.
Zo worden alle patiënten bij de start van de ochtenddienst direct uit bed gehaald en aan tafel gezet, zodat ze op tijd kunnen beginnen met ontbijten en het eerste beweegmoment al plaatsvindt. Hierdoor ligt men niet een halve ochtend te wachten tot de verpleegkundige de patiënt uit bed komt halen. Daarna vindt om 8 uur een multidisciplinair stipmoment plaats waarin kort wordt besproken wie wat gaat doen en hoe het met de patiënten is gesteld. Vervolgens zijn alle verpleegkundige, maar bijv. ook fysiotherapeutische handelingen gericht op het reactiveren.
Het verpleegkundig leiderschap is heel belangrijk. De verpleegkundigen voelen van nature goed aan wat het beste is voor de patiënt. Ze hebben meer tools in handen om hun vak van nature beter uit te voeren.