Cookie Consent by Free Privacy Policy Generator

Antistollingscentrum Gelderse Vallei stimuleert betrokkenheid antistollingszorg door hele keten

Antistollingszorg
Antistollingscentrum Gelderse Vallei

In de regio Gelderse Vallei wordt antistollingszorg in de breedte geoptimaliseerd. Een initiatief gedreven door professionals waarbij toegankelijkheid voor alle betrokken partijen en doelmatige organisatie in de totale keten voorop staan. De kern van het samenwerkingsverband 'Antistollingscentrum Gelderse Vallei' wordt gevormd door de zogenoemde ‘regiotafel’ en een regionaal protocol. Het doel is de bevordering van de kwaliteit van zorg en het voorkomen van complicaties binnen de gehele keten.

In het kort

Kwalitatief, inhoudelijk en procesmatig goede antistollingszorg in de keten: dat is het uitgangspunt van het Antistollingscentrum Gelderse Vallei, een regionale overlegstructuur opgezet door de eerste- en tweedelijnsketenpartners. In deze regiotafel zijn relevante specialismen uit het ziekenhuis vertegenwoordigd, maar ook de apotheek, de patiënt, trombosedienst, tandarts en huisarts. De regiotafel komt twee keer per jaar bij elkaar om de (implementatie van) protocollen, scholing, (transmurale) incidenten en complicaties te bespreken. De missie van de regiotafel is om de afspraken over de antistollingszorg actueel te houden en daarbij de betrokkenheid van de hele keten te stimuleren. Patiënten in de regio krijgen zo kwalitatief goede, up-to-date en toegankelijke antistolling-ketenzorg. Daarbij moet één vraagbaak (24/7 bereikbaar) voor alle betrokken partijen leiden tot betere zorg en minder complicaties.


De ketenpartners kunnen via een gedeelde link naar het regioprotocol in het ziekenhuissysteem. Daardoor hebben zij allen beschikking over dezelfde informatie, zowel intern als extern.

 

Mandaat

Het samenwerkings-initiatief is ontstaan vanuit de trombosedienst Ede en komt voort uit de signalering van onderling lastige bereikbaarheid en geen inzage in elkaars dossiers. Dit leidde tot problemen met informatieoverdracht in de keten. De opzet van zo’n samenwerkingsverband brengt de nodige uitdagingen met zich mee. De eerste stap in het realiseren van de samenwerking was het samenbrengen van alle ketenpartners met een goed functionerend mandaat. Dit kan lastig zijn wanneer het om veel verschillende partijen in een regio gaat. De organisatie is ligt bij een externe kwartiermaker, die ook fungeert als procesmatige voorzitter.


Protocol

Eén van de grootste successen van de regiotafel is het vormgegeven regionaal protocol. Dit protocol biedt concrete handvatten in de behandeling en begeleiding van antistollingspatiënten en wordt actief gebruikt in de praktijk door zowel eerste- als tweedelijns ketenpartners.

‘Voorheen kostte het me veel tijd om alles uit te zoeken, maar nu raadpleeg ik het regioprotocol en heb ik binnen vijf minuten het antwoord op mijn vraag. Het is een zeer overzichtelijk schema dat mij veel houvast geeft; hulde voor de samenstellers!’ - huisarts uit de regio

Het ziekenhuisbeleid van Gelderse Vallei vormt de basis voor dit protocol. Daarnaast zijn de perspectieven van verschillende eerstelijnsketenpartners erin verwerkt. Het regionaal protocol is toegankelijk voor alle betrokken partijen in de antistolling-ketenzorg. Het streven is om drempels tussen de diverse zorgorganisaties weg te nemen, of in ieder geval te verlagen, met een heldere overdracht en communicatie in de keten als resultaat.

Het regionaal protocol is gebaseerd op (inter-)nationale richtlijnen in combinatie met lokale afspraken, zowel medisch-inhoudelijk als met betrekking tot verantwoordelijkheden en samenwerking in de keten (LSKA 2.0). Wanneer ketenpartners zaken opmerken die niet goed werken in de praktijk, wordt het protocol hierop aangepast.


Universeel toepasbaar

Het protocol is ook voor andere regio’s nuttig omdat het een basis-format biedt voor de ontwikkeling van een eigen regioprotocol, op maat te maken voor de eigen context. Het universele karakter van een groot deel van het format biedt de kans om registratie van antistollingszorg op grotere, landelijke schaal te optimaliseren. Wanneer meerdere regio’s vanuit dezelfde basis werken, zou je bijvoorbeeld een outcome registratie kunnen toevoegen. Zo zijn regio's met elkaar te vergelijken, wat heel nuttig kan zijn.

Hoewel het protocol een mooi startpunt kan zijn voor andere regio’s, zijn er ook zeker uitdagingen. In principe vindt er in de regio Gelderse Vallei twee keer per jaar een regiotafel-overleg plaats dat voorbereiding vraagt en waaruit acties volgen. Ook worden protocollen geüpdatet. Iemand doet dit nu op vrijwillige basis maar een lokale redactieraad zou heel zinvol zijn. Een secretaris ter ondersteuning van de kwartiermaker is ook een wens.

Het zou mooi zijn het systeem landelijk op te schalen, met uiteindelijk een landelijke redactieraad en protocollen. Zodat alles is geharmoniseerd. Eventueel kan het systeem ook ingebouwd in het huisartsendossier of het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) van het ziekenhuis.

Inspiratie

Tips & tricks

  1. Het is van belang om alle ketenpartners aan te laten sluiten bij het regionale samenwerkingsverband. Bij de regiotafel zijn naast relevante specialisten uit het ziekenhuis ook de apotheek, de patiënt, trombosedienst, tandarts en huisarts en specialist ouderenzorg betrokken. Dit vraagt soms een lange adem. Een aantal tips die de bereidheid tot deelname vergroten: 
    • Realiseer (onkosten-)vergoeding of vacatiegelden. 
    • Creëer prettige omstandigheden waarin de overleggen plaatsvinden, zoals een goede locatie en gezamenlijk eten.
    • Bied de mogelijkheid ‘agenda-lid’ te worden, waarbij ketenpartners meelezen met de agenda en notulen en alleen daadwerkelijk aanwezig zijn als dat relevant is.
    • Zoek ketenpartners die toch al (moeten) samenwerken op het antistollingsdossier, zoals kaderhuisartsen hart- en vaatziekten of voorzitters van een tandartsengroep of stadsapothekers.
    • Inventariseer bij de start van de regiotafel wat ieders belang bij deelname is en/of wat iedere ketenpartner graag zou willen bereiken, zodat iedereen een eigen subdoel te behalen heeft dat daadwerkelijk waarde toevoegt voor zijn/haar dagelijkse praktijk. 
  2. Wanneer ketenpartners met mandaat deelnemen, kunnen zij gemaakte afspraken weer verder verspreiden onder collega's. Niet elke beroepsgroep is echter zodanig georganiseerd dat een formeel mandaat, dat ook daadwerkelijk functioneert, mogelijk is. Zorg er in dat geval voor dat de deelnemende ketenpartners een dusdanige staat van dienst hebben dat zij met een ‘informeel mandaat’ hun beroepsgroep vertegenwoordigen en voor de vertaalslag naar de achterban kunnen zorgen. 
  3. Een andere tip om vooruitgang te boeken in de ketensamenwerking is om te starten vanuit de inhoud en niet teveel tijd te verliezen aan het optimaal inrichten van het proces en gevoeligheden in posities en belangen. Starten met de ontwikkeling van een regionaal protocol biedt een directe aanleiding om met elkaar samen te gaan werken en over de inhoud in gesprek te gaan. Het Antistollingscentrum Gelderse Vallei heeft zich met deze aanpak evolutionair, stapsgewijs (plan, do, check en act) en flexibel ontwikkeld. 
  4. In het verlengde van de vorige tip kan het overnemen en door-ontwikkelen van het protocol in een andere regio direct aanleiding zijn om aldaar een regiotafel te starten. Hierdoor kan de ketensamenwerking concreet in gang worden gezet.
  5. Qua tijdsinvestering zou je direct kunnen starten met het basis protocol. Als je het protocol volledig aan de eigen regio wil aanpassen, heb je ongeveer een half jaar en een actieve regiotafel nodig. Daarbij is een kleine startfinanciering handig, met name voor de ondersteuning en organisatie van de regiotafelbijeenkomsten.
  6. Uiteindelijk wil je als samenwerkingsverband hét aanspreekpunt voor antistollingszorg zijn waar alle ketenvraagstukken samenkomen. Het -via diverse kanalen- onder de aandacht brengen van de regiotafel en regionale afspraken helpt de bekendheid te vergroten. Denk aan communicatie via nieuwsbrieven van het ziekenhuis, maar juist ook de face-to-face gesprekjes in de wandelgangen. Een (start)symposium kan bijvoorbeeld een mooi vertrekpunt zijn.  
  7. De randvoorwaarden aan de voorkant goed regelen is essentieel. Denk aan facilitering voor de organisatie van de regiotafel en het up-to-date houden van het protocol. Goede randvoorwaarden maken dat ketenpartners echt bezig kunnen zijn met de inhoud en verlagen de drempel om actief te deel te nemen.
  8. Dit geldt ook voor het protocol zelf: wanneer je dit ontwikkelt, maak het zo toegankelijk mogelijk.

Meer weten?

Het AGV regioprotocol

Een digitaal regioprotocol voor de Gelderse Vallei gebaseerd op de (inter-)nationale richtlijnen en met integratie van de LSKA, dat voor de transmurale gebruiker snelle toegang biedt tot praktische informatie voor verschillende praktijksituaties voor alle antistollingsmedicatie. Kenmerken:

  • (Inter-)nationale protocollen vertaald naar de lokale situatie
  • Antistolling breed (TAR, NOAC, VKA, LMWH)
  • Toegankelijk (digitaal)
  • Transmuraal
  • Integratie LSKA 2.0 (wie doet wat wanneer), karakter RTA
  • Overzichtelijk

Dit AGV- protocol is samengesteld uit:

  1. (inter)nationale protocollen
  2. LSKA afspraken
  3. En ‘vertaald’ naar de lokale situatie (afspraken) in de regio Gelderse Vallei

1 en 2 (deels) gelden algemeen
2 (deels) en 3 is per regio maatwerk!

Klik hier om direct naar het protocol te gaan.

Disclaimer

De inhoud van dit protocol is specifiek gericht op de situatie in de regio Gelderse Vallei. Alhoewel deels gebaseerd op landelijke en internationale protocollen, gaat het protocol ook uit van regionale afspraken. Daarom kan het zo zijn dat adviezen niet per definitie in iedere andere regio de optimale adviezen zijn. De inhoud kan wel als startpunt gebruikt worden om een ‘vertaalslag’ te maken naar de eigen regio.

Aanschaf door andere regio’s

Dit protocol is zo opgesteld dat het ook schaalbaar is naar andere regio’s. Voor meer informatie, mail naar info@suc7.net. Dit format biedt de mogelijkheid om in enkele maanden een eigen digitaal transmuraal regioprotocol te bouwen waarin uw eigen regionale afspraken staan. Tevens is dit een prima start om inhoudelijk in uw regio aan de slag te gaan om protocollen af te stemmen en makkelijk beschikbaar te stellen. Ook de LSKA implementatie komt hierbij aan de orde.

   

Contactpersonen

Gijs Tenthof
Gijs Tenthof
extern kwartiermaker
Remy Bemelmans
Remy Bemelmans
internist-vasculair geneeskundige